regels van het familierecht: regel 38-beroepen

regels die van toepassing zijn IN beroepen bij de DIVISIONAL COURT en COURT of APPEAL
38. (1) de regels 61, 62 en 63 van het reglement van Burgerlijke Rechtsvordering zijn van toepassing met de nodige wijzigingen, met inbegrip van de wijzigingen die zijn opgenomen in de subregels (2) en (3),

(a) indien een beroep bij de afgesplitste rechtbank of het Hof van Beroep is ingesteld;

b) indien beroep bij de afgesplitste rechtbank of het Hof van beroep vereist is,
in een familierecht als omschreven in subregel 1, punt 2. O. Reg. 89/04, s.13.

wijzigingen in beroep tegen de bescherming van kinderen
(2) Indien het beroep wordt ingesteld in een zaak op grond van de Wet op de Kinderbescherming, zijn de volgende termijnen van toepassing in plaats van de termijnen die zijn vermeld in de bepalingen waarnaar wordt verwezen in het reglement van Burgerlijke Rechtsvordering:

1. De in artikel 61.09, lid 1, onder a), bedoelde termijn bedraagt 14 dagen na het indienen van het beroepschrift indien er geen afschrift is.

2. De in artikel 61.09, lid 1, onder b), bedoelde termijn bedraagt 30 dagen na ontvangst van de kennisgeving dat het bewijs is getranscribeerd.

3. De in artikel 61.12, lid 2, bedoelde termijn bedraagt 30 dagen na de betekening van het bezwaarschrift en het compendium, het tentoonstellingsboek, de eventuele bewijsvoering en het factum van de appellant.

4. De in artikel 61.13, lid 2, onder a), bedoelde termijn bedraagt 30 dagen nadat de griffier van de transcriptie van het bewijs kennis heeft gekregen.

5. De in artikel 61.13, lid 2, onder b), bedoelde termijn bedraagt zes maanden na de indiening van het beroepschrift.

6. De in subregel 62 bedoelde periode.02, lid 2, voor de betekening van het verzoek om verlof tot beroep geldt een termijn van 30 dagen. O. Reg. 89/04, s. 13; O. Verord. 76/06, Art. 10, lid 1.(3) in een beroep tegen een tijdelijk bevel in een zaak op grond van de Child and Family Services Act, dat krachtens clausule 19, lid 1, onder b), van de Hoven of Justice Act bij het Afdelingsgerecht is ingesteld, wordt het verzoek om rechtsmiddel gecombineerd met het beroepschrift en samen met het beroep behandeld. O. Reg. 89/04, s.13.

BEROEP OP DE SUPERIOR COURT of JUSTICE
(4) Subrules (5) en (45) zijn van toepassing op een beroep tegen een beschikking van de Ontario Hof van Justitie van de Superior Court of Justice (onder,

(a) artikel 48 van de Family Law Act;

(b) artikel 73 van de Children ‘ s Law Reform Act;

(c) secties 69 en 156 van het Kind en het Gezin Services Act;

(d) artikel 40 van de Interjurisdictional Ondersteuning Orders Act, 2002;

(e) artikel 40 van de Courts of Justice Act; en

(f) alle andere statuten waarop dit reglement van toepassing is, tenzij het statuut in een andere procedure voorziet. O. Reg. 89/04, s.13.

HOE TE BEGINNEN met het BEROEP
(5) Voor het starten van een beroep tegen een definitieve bestelling van de Ontario Hof van Justitie van de Superior Court van Justitie op grond van een van de bepalingen vermeld in subrule (4), een partij,

(a) binnen de 30 dagen na de datum van de beschikking of beslissing waartegen beroep wordt aangetekend van, dienen een bezwaarschrift (Formulier 38) door de reguliere dienst op,
(i) elke andere partij die getroffen wordt door het beroep of de beroepen,
(ii) de griffie van de rechtbank in de plaats waar de orde werd gemaakt, en
(iii) indien het beroep is onder artikel 69 van het Kind en het Gezin Services Act, elke de andere persoon die krachtens artikel 39, lid 3, van deze akte tot kennisgeving bevoegd is en ter terechtzitting is verschenen, en

b) binnen tien dagen na de betekening van het verzoekschrift in hogere voorziening. O. Reg. 89/04, s.13.

aanvang van het beroep van tijdelijke beschikking
(6) Subregel (5) is van toepassing op de aanvang van een beroep van een tijdelijke beschikking van het Hof van Justitie van Ontario bij het Hooggerechtshof, met dien verstande dat het beroepschrift moet worden betekend binnen zeven dagen na de datum van de tijdelijke beschikking. O. Reg. 89/04, s.13.

SAME, CHILD AND FAMILY SERVICES ACT zaak
(7) om een beroep in te stellen tegen een tijdelijke beschikking van het Hof van Justitie van Ontario bij het Hooggerechtshof in een zaak op grond van de Child and Family Services Act is subregel (5) van toepassing en wordt het beroepschrift betekend binnen 30 dagen na de datum van de tijdelijke beschikking. O. Reg. 89/04, s.13.

naam van de zaak ongewijzigd
(8) de naam van een zaak in hogere voorziening is dezelfde als de naam van de zaak in de bestreden beschikking en vermeldt de partijen als appellant en verweerder. O. Reg. 89/04, s.13.

hoger beroep van verweerder
(9) indien de verweerder in hoger beroep ook hoger beroep wil instellen tegen dezelfde beschikking, is deze regel, met de nodige wijzigingen, van toepassing op het hoger beroep van de verweerder en worden beide hogere voorzieningen tezamen behandeld. O. Reg. 89/04, s.13.

in het beroepschrift vermelde gronden
(10) in het beroepschrift worden de beschikking en de rechtsgronden van het beroep vermeld die de appellant wil dat het Hof van beroep uitspraak doet. O. Reg. 89/04, s.13.

andere gronden
(11) ter terechtzitting van het beroep kunnen geen andere gronden worden aangevoerd dan die welke in het beroepschrift zijn vermeld, tenzij de rechter daartoe toestemming geeft. O. Reg. 89/04, s.13.

schriftelijke bewijsstukken
(12) indien het beroep een schriftelijke bewijsstukken vereist, dient de appellant binnen 30 dagen na de indiening van het beroepschrift het bewijs te leveren dat de schriftelijke bewijsstukken zijn besteld. O. Reg. 89/04, s.13.

overleg met RESPONDENT
(13) de appellant bepaalt of het beroep in overleg met de respondent een afschrift van het bewijs vereist. O. Reg. 89/04, s.13.

overeenkomst over te transcriberen bewijzen
(14) indien de appellant en de verweerder het eens zijn over welke bewijzen moeten worden getranscribeerd, zal de appellant het overeengekomen bewijs transcriberen. O. Reg. 89/04, s.13.

geen akkoord
(15) indien de appellant en verweerder het niet eens kunnen worden, gelast de appellant een afschrift van alle mondelinge getuigenissen van de terechtzitting van de bestreden beslissing, tenzij het gerecht anders beslist. O. Reg. 89/04, s.13.

plicht van de griffier van het gerecht
(16) wanneer de griffier het afschrift heeft voltooid, stelt hij de verzoeker, de verweerder en het gerechtsbureau van het gerecht waar het beroep zal worden behandeld, daarvan onverwijld in kennis. O. Reg. 89/04, s.13.

inhoud van het proces-verbaal van APPELLANT
(17) het proces-verbaal van appellant bevat een kopie van de volgende stukken, in de volgende volgorde:

1. Een inhoudsopgave met een beschrijving van elk document, met inbegrip van elke tentoonstelling, naar aard en datum en, voor een tentoonstelling, naar nummer of letter van de tentoonstelling.

2. Het beroepschrift.

3. De beslissing waartegen beroep wordt ingesteld, zoals ondertekend, en de door het gerecht aangevoerde redenen, alsmede een ander gedrukt exemplaar van de motivering indien deze met de hand zijn geschreven.

4. Een afschrift van het mondelinge bewijs.

5. Elk ander materiaal dat bij de rechter in hoger beroep is ingediend en dat nodig is voor het hoger beroep. O. Reg. 89/04, s.13.

inhoud van het factum van de APPELLANT
(18) het factum van de appellant bedraagt niet meer dan 30 bladzijden, wordt ondertekend door de advocaat van de appellant of, indien geen, door de appellant en bestaat uit de volgende delen, die achtereenvolgens genummerd zijn van het begin tot het einde van het factum:

1. Deel 1: Identificatie. Een vermelding van de rekwirant en de verweerder en van het gerecht waarbij de hogere voorziening is ingesteld, met vermelding van de uitkomst van dat gerecht.

2. Deel 2: Overzicht. Een kort overzicht van de zaak en de kwesties in hoger beroep.

3. Deel 3: Feiten. Een korte samenvatting van de feiten die relevant zijn voor het beroep, met vermelding van het bewijsmateriaal per bladzijde en regel indien nodig.

4. Deel 4: Problemen. Een korte uiteenzetting van elk vraagstuk, gevolgd door een korte uiteenzetting van het desbetreffende recht.

5. Deel 5: Orde. De beslissing van het Hof van beroep, met inbegrip van de veroordeling tot de proceskosten, moet nauwkeurig worden vermeld.

6. Deel 6: tijdschatting. Een raming van de tijd die nodig zal zijn voor het pleidooi van rekwirante, met uitzondering van het antwoord op het betoog van verweerster.

7. Deel 7: lijst van autoriteiten. Een lijst van alle statuten, reglementen, regels, zaken en andere autoriteiten waarnaar in het factum wordt verwezen.

8. Deel 8: Wetgeving. Een kopie van alle relevante bepalingen van statuten, reglementen en regels. O. Reg. 89/04, s.13.

RESPONDENT FACTUM EN BEROEP RECORD
(19) De respondent is bevoegd, binnen de tijdlijn in subrule (21) (22), dienen op elke andere partij bij de beroepsprocedure en bestand

(a) een respondent factum (subrule (20)); en

(b) indien van toepassing, een respondent van het beroep opnemen met een kopie van alle materiaal dat was voor het hof een beroep uit die nodig zijn voor het beroep, maar zijn niet opgenomen in de appellant het beroep record. O. Reg. 89/04, s.13.

inhoud van het factum van de verweerder
(20) het factum van de verweerder bedraagt niet meer dan 30 bladzijden, wordt ondertekend door de advocaat van de verweerder of, indien geen, door de verweerder en bestaat uit de volgende delen, die achtereenvolgens genummerd zijn van het begin tot het einde van het factum:

1. Deel 1: Overzicht. Een kort overzicht van de zaak en de kwesties in hoger beroep.

2. Deel 2: Feiten. Een korte uiteenzetting van de feiten in het factum van rekwirante die verweerster als juist beschouwt en van de feiten die verweerster als onjuist beschouwt, alsmede een korte samenvatting van eventuele aanvullende feiten waarop verweerster zich beroept, met vermelding van de bewijselementen per bladzijde en regel indien nodig.

3. Deel 3: Problemen. Een uiteenzetting van het standpunt van verweerster ten aanzien van elk door rekwirante opgeworpen punt, gevolgd door een kort betoog over het desbetreffende recht.

4. Deel 4: aanvullende kwesties. Een korte uiteenzetting van elke aanvullende vraag van verweerster, gevolgd door een korte uiteenzetting van het desbetreffende recht.

5. Deel 5: Orde. De beslissing van het Hof van beroep, met inbegrip van de veroordeling tot de proceskosten, moet nauwkeurig worden vermeld.

6. Deel 6: tijdschatting. Een schatting van de tijd die nodig is voor het pleidooi van de verweerder.

7. Deel 7: lijst van autoriteiten. Een lijst van alle statuten, reglementen, regels, zaken en andere autoriteiten waarnaar in het factum wordt verwezen.

8. Deel 8: Wetgeving. Een afschrift van alle relevante bepalingen van de statuten, reglementen en regels die niet in de feiten van rekwirant zijn opgenomen. O. Reg. 89/04, s.13.

termijnen voor betekening en kennisgeving van stukken en FACTUMS, anders dan in zaken van de CHILD and FAMILY SERVICES ACT
(21) behalve voor beroepen in zaken die onder de Child and Family Services Act vallen, zijn de volgende termijnen voor betekening en kennisgeving van stukken en factums van beroep van toepassing:

1. Indien een afschrift vereist is, worden het proces-verbaal en de factum van de appellant aan de verweerder en aan elke andere persoon die gerechtigd is te worden gehoord in het beroep betekend en ingediend binnen 60 dagen na de datum van ontvangst van het bericht dat het bewijs is getranscribeerd.

2. Indien geen schriftelijke weergave vereist is, worden het proces-verbaal en de factum van de appellant betekend aan de verweerder en aan alle andere personen die gerechtigd zijn te worden gehoord in het beroep en ingediend binnen 30 dagen na de indiening van het beroepschrift.

3. Het proces-verbaal en de factum van de verweerder worden aan de appellant en aan alle andere personen die gerechtigd zijn in het beroep te worden gehoord, betekend en ingediend binnen 60 dagen na de betekening van het proces-verbaal en de factum van de appellant. O. Reg. 89/04, s.13.

termijnen voor betekening en kennisgeving van stukken en FACTUMS in CHILD and FAMILY SERVICES ACT CASES
(22) voor beroepen in zaken onder de Child and Family Services Act zijn de volgende termijnen voor betekening en kennisgeving van stukken en factums van beroep van toepassing:

1. Indien een afschrift vereist is, worden het proces-verbaal en de factum van de appellant aan de verweerder en aan elke andere persoon die gerechtigd is in het beroep te worden gehoord betekend en ingediend binnen 30 dagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving dat het bewijs is getranscribeerd.

2. Indien geen schriftelijke weergave vereist is, worden het proces-verbaal en de factum van de appellant betekend aan de verweerder en aan alle andere personen die gerechtigd zijn te worden gehoord in het beroep en ingediend binnen 14 dagen na de indiening van het beroepschrift.

3. Het proces-verbaal en de factum van de verweerder worden aan de appellant en aan alle andere personen die gerechtigd zijn in het beroep te worden gehoord, betekend en ingediend binnen 30 dagen na de betekening van het proces-verbaal en de factum van de appellant. O. Reg. 89/04, s.13.

pleitzitting
(23) wanneer het proces-verbaal van de appellant en het factum van de appellant en, in voorkomend geval, het proces-verbaal van de verweerder zijn ingediend of de termijn voor de indiening ervan is verstreken, plant de griffier het beroep voor de terechtzitting. O. Reg. 89/04, s.13.Een beroep op grond van de Child and Family Services Act wordt binnen 60 dagen na de indiening van de feiten en het proces-verbaal van de appellant gehoord. O. Reg. 76/06, s. 10, lid 2.

moties in hogere voorziening
(25) indien een persoon een motie in hogere voorziening moet indienen, is artikel 14 van toepassing met de nodige wijzigingen in de motie. O. Reg. 89/04, s.13.

zekerheid voor de kosten van het beroep
(26) op een verzoek van de verweerder tot zekerheid voor de kosten kan het gerecht een zekerheid voor de kosten stellen, indien het zich ervan heeft vergewist dat,

a) er goede redenen zijn om aan te nemen dat het beroep een tijdverspilling, een overlast of een misbruik van de gerechtelijke procedure is en dat de appellant in Ontario onvoldoende activa heeft om de kosten van het beroep te betalen;

b) een beschikking tot zekerheid voor de kosten zou kunnen worden gegeven tegen rekwirante krachtens artikel 24, lid 13; of

c) om een andere goede reden dient de zekerheid voor de kosten te worden gelast. O. Reg. 89/04, s.13.(27) indien een appellant geen gevolg geeft aan een bevel onder subrubriek (26), kan het Hof de hogere voorziening afwijzen. O. Reg. 89/04, s.13.

verzoek om een beslissing in kort geding
(28) nadat het beroepschrift is ingediend, kan de verweerder of elke andere persoon die gerechtigd is te worden gehoord op het beroep een verzoek om een beslissing in kort geding of om een beslissing in kort geding over een rechtsvraag indienen zonder dat het beroep wordt gehoord, en regel 16 is van toepassing op de motie met de nodige wijzigingen. O. Reg. 89/04, s.13.

verzoek om aanvullend bewijs
(29) elke persoon die in hogere voorziening kan worden gehoord, kan overeenkomstig clausule 134, lid 4, onder b), van de Hovenes of Justice Act een verzoek tot toelating van aanvullend bewijs indienen. O. Reg. 89/04, s.13.

BEWEGING VOOR ONTSLAG VOOR VERTRAGING
(30) Als de appellant niet heeft,

(een) ingediend bewijs dat een afschrift van het bewijs werd besteld in het kader van subrule (12);

(b) geserveerd en gearchiveerd van het beroep en het record van factum binnen de tijdslijnen in subrule (21) (22) of binnen een langere tijd kunnen zijn op bevel van de rechtbank,
de respondent kan bestand een motie (Vorm 14B) om het beroep afgewezen voor de vertraging. O. Reg. 89/04, s.13.

intrekking van beroep
(31) de appellant kan een beroep intrekken door aan iedere andere partij een kennisgeving van intrekking (formulier 12) te doen toekomen en in te dienen. O. Reg. 89/04, s.13.

als intrekking wordt beschouwd
(32) indien een persoon een beroep aantekent en dit niet binnen tien dagen indient, zoals vereist door clausule (5) (b), wordt het beroep geacht te zijn ingetrokken, tenzij de rechter anders beslist. O. Reg. 89/04, s.13.

blijft van rechtswege in afwachting van beroep, ONDERSTEUNINGSBEVELEN
(33) de betekening van een beroepschrift uit hoofde van een tijdelijk of definitief bevel schorst een ondersteuningsbevel of een bevel dat een ondersteuningsbevel ten uitvoer legt, niet. O. Reg. 89/04, s.13.

OTHER PAYMENT ORDERS
(34) de betekening van een beroepschrift van een tijdelijke of definitieve order blijft, tot de beslissing van het beroep, enige andere betalingsopdracht uit hoofde van de tijdelijke of definitieve order. O. Reg. 89/04, s. 13; O. Verord. 76/06, s. 10, lid 3.(35) een voorlopige of definitieve beschikking kan worden geschorst onder alle voorwaarden die het Hof passend acht,

a) Bij beschikking van het gerecht dat de beschikking heeft gegeven;

b) bij Beschikking van het hogere Hof van Justitie. O. Reg. 89/04, s.13.(36) een krachtens clausule (35) (a) verleende schorsing vervalt indien geen beroepschrift is betekend en de termijn voor betekening is verstreken. O. Reg. 89/04, s.13.

bevoegdheden van het hogere Hof van Justitie
(37) een krachtens de subregel (35) verleende schorsing kan door het hogere Hof van Justitie worden vernietigd of gewijzigd. O. Reg. 89/04, s.13.

gevolgen van de aanhouding in het algemeen
(38) indien een beschikking wordt geschorst, kunnen geen maatregelen worden genomen uit hoofde van de beschikking of met het oog op de tenuitvoerlegging ervan, behalve

(a) Bij beschikking van het Hof van Justitie; of

(b) zoals bepaald in de subregels (39) en (40). O. Reg. 89/04, s.13.

afwikkeling van de bestelling
(39) een schorsing belet de afwikkeling of ondertekening van de bestelling niet. O. Reg. 89/04, s.13.

executiebevel
(40) een schorsing belet niet dat een bevel tot inbeslagneming en verkoop wordt uitgevaardigd of dat de dagvaarding bij een sheriff of kadaster wordt ingediend, maar een sheriff mag geen instructies of instructies krijgen om de dagvaarding uit te voeren zolang het verblijf van kracht blijft. O. Reg. 89/04, s.13.

bewijs van verblijf
(41) indien een beslissing wordt geschorst, geeft de griffier van het gerecht dat de schorsing heeft verleend, op verzoek van een partij in het beroep een bewijs van verblijf af in formulier 63A, met de nodige wijzigingen. O. Reg. 89/04, s.13.

schorsing van een ONDERSTEUNINGSBEVEL
(42) een partij die een schorsing van een ondersteuningsbevel verkrijgt, verkrijgt een bewijs van verblijf onder subregel (41) en dient dit onmiddellijk in bij de directeur van de Family Responsibility Office indien het verblijf betrekking heeft op een ondersteuningsbevel dat door de directeur ten uitvoer wordt gelegd. O. Reg. 89/04, s.13.

bij het SHERIFF ’s OFFICE gedeponeerd bewijs van verblijf
(43) Indien bij het sheriff’ s office een bewijs van verblijf is gedeponeerd, zal de sheriff niet beginnen of doorgaan met de tenuitvoerlegging van het bevel totdat hij zich ervan heeft vergewist dat het verblijf niet langer van kracht is. O. Reg. 89/04, s.13.

verzoek om een bewijs van verblijf
(44) in een verzoek om een bewijs van verblijf onder subregel (41) moet worden vermeld of het verblijf onder subregel (34) of op bevel onder subregel (35) valt en, indien onder subregel (35), moeten de bijzonderheden van de bestelling worden vermeld. O. Reg. 89/04, s.13.Het gerecht kan de afgifte of indiening van een bevel tot inbeslagneming en verkoop vernietigen indien de partij die de motie indient of de appellant de zekerheid bevredigend stelt voor het gerecht. O. Reg. 89/04, s.13.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.